Hoornloosheid bij roodbonte Holstein-Friesians in Nederland

categorie Coöperatie
20
Nov
2020
4
Reacties

Op veel Nederlandse melkveehouderijen worden kalveren onthoornd om verwondingen door hoorns te vermijden voor de veiligheid van de koe zelf en haar stalgenoten. Tevens vergroot het onthoornen de veiligheid van de veehouder.

Het onthoornen van jonge kalveren wordt echter gezien als een ingreep om een dier aan te passen aan het systeem waarin zij gehouden wordt en het heeft daarmee direct effect op het welzijn en de integriteit van het dier. Het onthoornen zelf is een pijnlijke ingreep voor het kalf.

Gen voor hoornloosheid

Een alternatief voor het toepassen van deze ingreep is het fokken voor hoornloze koeien. In de natuur komen namelijk een aantal koeienrassen voor die geen hoorns hebben, door de aanwezigheid van het ‘hoornloosheidsgen’. Dit gen voor hoornloosheid is dominant over het gen voor het hebben van hoorns, waardoor er gemakkelijk gefokt kan worden op hoornloosheid. Homozygoot hoornloze stieren worden op de stierenkaart aangegeven met PP (alle nakomelingen hoornloos) en heterozygoot hoornloze stieren worden aangegeven met P (helft van de nakomelingen hoornloos).

Kwaliteit snel toegenomen

Tot zo’n tien jaar geleden kwam hoornloos melkvee erg weinig voor in de Nederland. In tegenstelling tot de kwaliteit van de zwartbonte, hoornloze stieren, geven de gele en oranje puntjes in figuur 1 aan dat is de kwaliteit van de roodbonte, hoornloze stieren de afgelopen tien jaar vergelijkbaar was met die van gehoornde stieren.

Desondanks blijft de inzet van hoornloze, roodbonte stieren in Nederland steken op zo’n 20 procent van alle inseminaties, terwijl dit bijvoorbeeld in Duitsland al bijna 50 procent is. De fokdoeldiscussie geeft de mogelijkheid om veehouders te bevragen hoe belangrijk zij hoornloosheid in het fokprogramma vinden.

Figuur 1. De fokwaarde voor NVI van roodbonte HF stieren met het hoornloosheidsgen, ingezet in de afgelopen tien jaar (aanklikbaar)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

4 reacties

  1. 20 November 2020 (Stan) Schreef:

    In het verleden heb verschillende embryo’s gekocht met hoornloosheid in de afstamming.Nu gebruik ik enkele insirestieren met Pp.
    Hoornloosheid is in zoverre belangrijk voor mij als de fokwaarden van zo’n stier mee kan met de top,dan zal ik hem gebruiken.
    Stieren die geen hoornloosheid vererven, maar wel hoornloze stieren in de afstamming hebben zouden niet moeten worden vermarkt in het kader van inteeltbeheersing, omdat hoorloosheid een vrij smalle basis heeft.

    Reply
    • 25 November 2020 (José Buijs) Schreef:

      Het is bij de inzet van stieren en daarmee ook bij het snel hoornloos maken van de eigen veestapel altijd het beste om gebruik te maken van een paringsprogramma die de afstamming van de koeien en die van de stieren (bij voorkeur 5 generaties) meeneemt en maximaal een inteelt % te accepteren van 6,20 %. Wanneer dat gebruikt wordt dan kan zonder probleem elke stier gebruikt worden, ook Homozygoot gehoornd met hoornloze stieren in de afstamming, als het inteelt % te hoog wordt, geeft het paringsprogramma dit aan.

      Reply
  2. 21 November 2020 (Aerts) Schreef:

    hoornloos fokken omwille van een religieuze sekte die die dit barbaars vindt.

    eigenlijk is hoornloos fokken genetische verminking

    Reply
    • 25 November 2020 (José Buijs) Schreef:

      Het hoornloos gen komt van nature voor in de runderrassen. Bij sommige meer dan een ander en er zijn runderrassen die al volledig hoornloos zijn. Het is dan ook geen verminking maar een natuurlijke variant. Door in de fokkerij gebruik te maken van deze natuurlijke variant in genenpatroon kan een pijnlijke ingreep bij kalveren voorkomen worden, is het makkelijker werken en is het veiliger voor het kalf op latere leeftijd en voor de verzorger van de dieren. Daarmee kan heel makkelijk tegemoet gekomen worden aan een wens van de maatschappij om geen (pijnlijke) ingrepen te doen bij de dieren.

      Reply