Fokkerijliefhebber is zakelijk over samenwerking

Na tien jaar bomen over stiervaders in de fokkerijraad is Kurt Faes sinds 2015 commissaris van CRV. De liefhebberij voor fokkerij is er nog steeds, maar als commissaris kijkt de veehouder zakelijk naar de coöperatie.

Als kind al hield hij in een boekje de stambomen van de koeien van zijn vader bij. De liefde voor fokkerij zat er jong in bij melkveehouder Kurt Faes (51) uit het Vlaamse Meer. En nu nog kent hij tot vier generaties terug de afstamming van zijn dieren uit het hoofd. Toch was de fokkerijliefhebber aanvankelijk niet van plan om boer te worden zoals zijn broer Dirk. Toen hun vader begin jaren negentig echter ziek werd en wilde afbouwen, ging dat de boerenzoons zo aan het hart dat ze alsnog besloten om samen het familiebedrijf voort te zetten. Ze bouwden een nieuwe koeienstal en stallen voor in totaal 45.000 vleeskippen. Inmiddels is de melkveestapel gegroeid tot ongeveer 100 koeien, die tekenen voor een rollend jaargemiddelde van rond de 11.000 kg melk met 4,40% vet en 3,45% eiwit. Omdat de broers jaarlijks tien tot twintig vaarzen verkopen, lopen er zo’n 90 stuks jongvee op het bedrijf. ‘In de praktijk komt het erop neer dat mijn broer de kippen voor zijn rekening neemt en de administratie van het bedrijf doet en dat ik mij focus
op de koeien. Maar we kunnen gemakkelijk taken van elkaar overnemen’, vertelt Faes, net na terugkomst van een ontspannende vakantie. ‘Zo kunnen we allebei ook af en toe vrij zijn.’

Mee aan het stuur

De liefde voor de fokkerij en de behoefte om ook buiten het bedrijf actief te zijn dreven Faes om tien jaar lang lid te blijven van de fokkerijraad van CRV. ‘Het was in de beginperiode van de ontwikkeling van merkerfokwaarden’, herinnert hij zich. ‘Deze techniek heeft gezorgd voor en revolutie in het fokprogramma. Zo zijn we van 400 zwartbonte en 60 roodbonte proefstieren teruggegaan naar een vijftigtal InSire-stieren’, constateert hij anno 2020 als lid van de raad van commissarissen. Nee, uitgebreid bomen over stiermoeders en stiervaders is er niet meer bij. Maar het feit dat er nog maar zo’n vijftig holstienstieren worden ingezet, zorgt ook weer voor nieuwe fokkerijdiscussies. ‘Zo is het een uitdaging om voldoende spreiding in bloedvoering te behouden, en om voldoende variatie in het stierenaanbod aan te brengen om veehouders met diverse fokdoelen te kunnen blijven bedienen’, legt hij uit. ‘In dit verband ben ik, ondanks de wat tegenvallende resultaten, toch blij met de deelname van CRV in het Peak-programma. Er is beslist ook in Europa een markt voor top-TPI-stieren als Peak Hotline, zeker hier in Vlaanderen’, aldus de veehouder, die ook in zijn eigen fokdoel prioriteit geeft aan kilogrammen vet en eiwit in combinatie met goed exterieur. Als 51-jarige veehouder heeft Faes de ontwikkeling van CRV van nabij meegemaakt. Zo herinnert hij zich nog hoe VRV fungeerde als distributeur van sperma van andere organisaties. ‘Door de fusie met CR Delta staan Vlaamse boeren nu mee aan het roer van een internationaal toonaangevend fokprogramma. Je kunt daar emotioneel naar kijken en stellen dat onze invloed op de koers relatief beperkt is, maar ik bekijk
het liever zakelijk. We beschikken over een stierenaanbod met een uitstekende verhouding tussen prijs en kwaliteit, waarmee we het rendement van onze bedrijfsvoering kunnen verbeteren.’

‘Met CRV staan Vlaamse veehouders mee aan het stuur van een internationaal toonaangevend fokprogramma’

Keuze voor progressieve koers

Opvolgers voor het familiebedrijf in Meer zijn er niet. Grote investeringsplannen in de koeien of kippen hebben Kurt en Dirk Faes dan ook niet. Een jaar of tien geleden lieten ze hun schuren nog wel vol leggen met zonnepanelen. ‘We hopen op deze manier nog een aantal jaren met plezier te kunnen boeren’, vertelt de veehouder over de toekomstplannen. Vanuit een heel ander gezichtspunt kijkt hij naar de toekomst van CRV. ‘De organisatie heeft de keus tussen behoudend of progressief opereren. Als we kiezen voor een behoudende koers, weten we zeker dat we vroeg of laat worden opgeslokt door een concurrent of weer verworden tot distributeur van sperma van andere partijen’, stelt de commissaris. ‘Als we zelf aan het stuur willen blijven zitten, zullen we progressief moeten opereren. De concurrentie zit niet stil. De coöperatie kiest voor een vooruitstrevende koers vanuit de overtuiging dat de leden hier op de lange termijn het meest mee zijn gebaat. Maar deze koers vraagt ook wat van de leden’, erkent Faes. ‘We hebben in de afgelopen jaren fors geïnvesteerd, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van merkerfokwaarden
en apparatuur om voerefficiëntie te meten. En wat te denken van de ontwikkeling van een techniek voor het seksen van sperma? Daarom is het belangrijk om onze leden steeds goed te informeren en met hen in dialoog te gaan op de ledenraads- en de districtsbijeenkomsten’, benadrukt hij.

Blijven investeren noodzaak

Volgens de commissaris onderscheidt CRV zich van de concurrentie door het gebruik van grote hoeveelheden betrouwbare data. ‘We moeten dat nog beter vertellen, want daarmee leveren we echt toegevoegde waarde voor de praktijk’, stelt Faes met overtuiging.‘Maar om concurrerend te blijven met andere wereldspelers zullen we daarin ook moeten blijven investeren. En dat houden we alleen vol als we deze investeringskosten kunnen verdelen over meer verkochte rietjes sperma’, legt hij uit. Samenwerking met andere coöperaties ligt volgens de commissaris voor de hand. ‘Wij staan daar beslist voor open. Maar voor een succesvolle samenwerking heb je min of meer gelijkwaardige partijen nodig. Gek genoeg zitten onze omvang en professionaliteit ons wel eens in de weg. Potentiële partners zien CRV nog wel eens als een bedreiging. Ze hebben schrik om invloed te verliezen’, vermoedt Faes. Los van allianties met andere partijen onderstreept de coöperatiebestuurder de noodzaak om zowel binnen Nederland en Vlaanderen als in het buitenland meer omzet te genereren. ‘De raad van commissarissen heeft niet voor niets gekozen voor een CEO met een internationaal profiel en een marketingachtergrond’, legt hij uit. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat er voor CRV nog volop groeikansen liggen.’