De gemiddelde levensduur en levensproductie van de melkkoeien in Nederland is in het boekjaar 2022-2023 verder gestegen. Afgelopen boekjaar produceerden de afgevoerde koeien gemiddeld 38.327 kg melk en 3.048 kg vet en eiwit. Dat is 926 kg melk en 77 kg vet en eiwit meer dan in het vorige boekjaar. De levensduur van de afgevoerde stamboekkoeien nam toe met ruim drie weken tot 2.255 dagen.
Dit komt naar voren uit de jaarstatistieken van de melkproductieregistratie (mpr) van Coöperatie CRV, die vandaag zijn gepubliceerd.
Recordhoge levensproductie
Nooit eerder realiseerden de melkkoeien in Nederland een hogere levensproductie dan in het afgelopen boekjaar, dat liep van september 2022 tot september 2023. De koeien die werden afgevoerd van de Nederlandse melkveebedrijven, produceerden in hun leven gemiddeld 38.327 kg melk met 4,38 % vet en 3,57% eiwit (3.048 kg vet en eiwit), 926 kg melk en 77 kg vet en eiwit meer dan in het vorig boekjaar.
Veel meer honderd- en tientonners
De stijgende gemiddelde levensproductie is ook zichtbaar in het sterk toenemende aantal koeien met een levensproductie van meer dan 100.000 kg melk. Afgelopen boekjaar passeerden 4.707 melkkoeien in Nederland deze grens, in het vorige boekjaar waren dat er nog 750 minder. Ook het aantal koeien met een levensproductie van meer dan 10.000 kg vet en eiwit steeg sterk: van 297 naar 406.
Bijna maand extra productieve levensduur
De hogere levensproductie is onder andere te danken aan een 22 dagen langere levensduur. De productieve levensduur – het aantal dagen tussen eerste kalfdatum en laatste monstername – steeg met 27 dagen nog iets meer, voornamelijk door een vier dagen kortere opfokperiode. De productie van de afgevoerde Nederlandse koeien was dit jaar gemiddeld 29,4 kg melk per melkdag. Vorig boekjaar was dit 29,3 kg melk. De tussenkalftijd bleef stabiel op 408 dagen. Een gemiddeld Nederlands mpr-bedrijf had in het afgelopen boekjaar 113 melkkoeien, vier meer dan in het vorige boekjaar.
Meer melk met hogere gehaltes
Na een daling in het vorige boekjaar is de gemiddelde melkproductie per lactatie in het afgelopen boekjaar weer gestegen. Het rollend jaargemiddelde op de 11.870 Nederlandse mpr-bedrijven die in aanmerking komen voor rangschikking (394 bedrijven minder dan vorig boekjaar), kwam uit op 9.346 kg melk met 4,45% vet en 3,61% eiwit, goed voor 753 kg vet en eiwit en een economisch jaarresultaat van 2.166. De melkgift was daarmee 260 kg hoger dan vorig jaar en de vet- en eiwitproductie was 32 kg hoger. Deze laatste stijging was ook te danken aan hogere gehaltes. Het vetpercentage steeg met 0,07%, het eiwitpercentage met 0,06%.
Koeien van Rosegaar opnieuw hoogste levensproductie
De lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de aanwezige koeien wordt net als in de twee voorgaande boekjaren aangevoerd door Arie Jan Rosegaar uit Pesse. Zijn 32 koeien, die gemiddeld negen jaar oud waren, noteerden een gemiddelde levensproductie van 82.609 kg melk met 4,19% vet en 3,39% eiwit, resulterend in 6.267 kg vet en eiwit.
Het proefbedrijf van Provimi uit Velddriel doet daar met 15 koeien met 4.805 kg vet en eiwit niet veel voor onder. Ook vorig jaar stond dit bedrijf al op de tweede positie. De derde plek is opnieuw voor melkveehouder Wesselink uit Zelhem, die 13 koeien molk met een gemiddelde levensproductie van 4.133 kg vet en eiwit.
Koeien koploper ruim 10 jaar
De lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien wordt dit jaar aangevoerd door melkveebedrijf Van Zijtveld-Bos uit De Glind. De veehouders voerden afgelopen boekjaar 20 koeien af met een gemiddelde leeftijd van exact tien jaar en een gemiddelde levensproductie van 92.332 kg melk met 4,29% vet en 3,50% eiwit, resulterend in 7.194 kg vet en eiwit.
De tweede plek is voor Hans Stam uit Warmenhuizen. De 10 afgevoerde koeien van dit bedrijf tekenden voor een levensproductie van 6.410 kg vet en eiwit. Op de derde positie komt Herman Vendrig uit Dwingeloo met 16 afgevoerde koeien met een levensproductie van 6.122 kg vet en eiwit.
Cijfers individuele bedrijven niet openbaar
Coöperatie CRV maakt geen cijfers openbaar van individuele koeien en bedrijven, met uitzondering van de tien hoogste bedrijven voor levensproductie. Veehouders krijgen hun eigen cijfers op papier en kunnen daarop ook zien hoe hun bedrijf op rollend jaargemiddelde scoort ten opzichte van collega’s. Daarnaast kunnen veehouders hun eigen cijfers inzien via hun ‘Mijn CRV’-account op een afgeschermd deel van de website van Coöperatie CRV.
Leave a Reply