Vruchtbaarheidsfokwaarden bij koeien

categorie AEU-blog
30
Aug
2019
0
Reacties

Voor het behalen van de volgende lactatie is het belangrijk dat een koe een goede vruchtbaarheid heeft. Met behulp van vruchtbaarheidsfokwaarden is het mogelijk de vruchtbaarheid van koeien op lange termijn te verbeteren. In april 2019 is de vruchtbaarheidsfokwaardeschatting geüpdatet.

Wat is een vruchtbare koe?
Het is belangrijk dat een koe na afkalven weer snel cyclisch is, de tocht goed laat zien en bij voorkeur na één inseminatie drachtig is. In de fokwaardeschatting worden vijf kenmerken gebruikt die allemaal een deel van vruchtbaarheid beschrijven:

  • Interval tussen afkalven en eerste inseminatie (IAI). IAI geeft aan of een koe vlot cyclisch is na afkalven.
  • Drachtigheidspercentage (CR, in het Engels conception rate). CR geeft aan of een koe drachtig is geworden van een inseminatie.
  • Percentage non return na 56 dagen (NR56). NR56 geeft aan of een koe opnieuw geïnsemineerd is binnen 56 dagen na de eerste inseminatie.
  • Interval tussen eerste en laatste inseminatie (IEL). IEL geeft aan of een koe vlot drachtig is.
  • Tussenkalftijd (TKT). Dit is het interval tussen twee afkalvingen.

Voor deze kenmerken gebruiken we de gegevens van de eerste drie lactaties in de fokwaardeschatting. Voor pinken zijn drie vruchtbaarheidsfokwaarden beschikbaar, namelijk drachtigheidspercentage, non return op 56 dagen en leeftijd eerste inseminatie (LEI). Interval tussen afkalven en eerste inseminatie en tussenkalftijd zijn niet voor pinken beschikbaar, omdat er nog geen kalfdatum bekend is.

Laten we eens de vruchtbaarheid van drie koeien (A, B en C) bekijken. Koe A is een koe die snel tochtig wordt en snel drachtig is. Koe B is een koe die wel snel tochtig wordt, maar niet snel drachtig is. Koe C is een koe die slecht tochtig wordt en moeilijk drachtig is.

Koe A en koe B zijn beide koeien die snel tochtig worden, maar het aantal inseminaties om drachtig te worden is verschillend. Koe A is drachtig van de eerste inseminatie, koe B heeft drie inseminaties nodig om drachtig te worden en er is één cyclus gemist. De tussenkalftijd van koe A is daardoor 63 dagen korter dan die van koe B.

Als we koe A en koe C vergelijken, zien we dat het veel uitmaakt of een koe vlot opnieuw tochtig wordt. Koe A  is al na 60 dagen geïnsemineerd, koe C pas na 150 dagen. Dit geeft al een verschil van 90 dagen in tussenkalftijd. Koe C heeft ook nog een inseminatie méér nodig dan koe A om drachtig te worden, waardoor het verschil in tussenkalftijd nog verder toeneemt tot 111 dagen.

Aanpassingen in de fokwaardeschatting
De fokwaarde drachtigheidspercentage (CR) is geüpdatet in april 2019, zodat beter rekening gehouden kan worden met factoren die invloed hebben op de slagingskans van een inseminatie. Hierbij kun je denken aan de dag van inseminatie, gebruik van conventioneel of gesekst sperma en hoeveel inseminaties er hebben plaatsgevonden.

Een aanpassing die geldt voor alle kenmerken, is de groep bedrijfsgenoten waarmee de betreffende koe vergeleken wordt. Nu worden koeien vergeleken met de koeien die in hetzelfde jaar aan de eerste lactatie begonnen. Als we weer naar koe A, B en C kijken, dan hebben ze alledrie een andere tussenkalftijd en daardoor beginnen ze op een andere leeftijd aan de volgende lactatie. Als we dit niet doen, worden koe B en C met jongere koeien vergeleken, die in hetzelfde jaar afkalven. In dat geval lijken ze vaak beter dan ze in werkelijkheid zijn. Daarom worden koeien nu vergeleken met koeien die in hetzelfde jaar voor het eerst hebben afgekalfd, ook bij latere lactaties.

In het kort
De vruchtbaarheid bij koeien kan verbeterd worden door gebruik te maken van de fokwaarden voor vruchtbaarheid. Er zijn verschillende fokwaarden beschikbaar die allemaal een ander deel van de vruchtbaarheid beschrijven. In april 2019 is de vruchtbaarheidsfokwaardeschatting geüpdatet, om zo beter rekening te houden met de omstandigheden op het bedrijf en van de inseminatie.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *