‘De puntjes op de i, daar werken mijn vader Herrold en ik naartoe op ons bedrijf. Sinds drie jaar zit ik met mijn vader in maatschap en dat loopt goed. Van jongs af aan wil ik al heel graag het bedrijf overnemen, want tussen de koeien kom ik tot rust en voel ik me op mijn best. Ik kan me ook geen andere toekomst voorstellen, ook al werkt de overheid momenteel niet motiverend. Toch kijk ik wel graag vooruit naar wat
er te bereiken valt op het bedrijf.’

Probleemloze koeien fokken

‘Wat ik hoop te bereiken in de toekomst, is vooral efficiënter en duurzamer werken. Dat hoop ik nog gewoon met mijn vader te halen, die als het goed is nog flink wat jaren mee kan
doen. En te zorgen voor arbeidsgemak, zodat ik het eventueel in mijn eentje kan gaan rondzetten. Maar mijn interesse ligt ook echt bij fokkerij.’ ‘Het streven is om een probleemloze koe te fokken. Ik denk
dat iedereen dat uiteindelijk graag wil, een veestapel zonder veel problemen met een hoge levensduur. Op dit moment denk ik dat het al vrij goed gaat met ons koppel, maar de laatste jaren is er binnen de fokkerij iets te veel gelet op liters, als je het mij vraagt. Daar moeten we wel wat op bijsturen, want een goede koe is in mijn ogen een goed gebalanceerde koe. De productie van 9600 kg melk is zeker mooi en
ook belangrijk, maar we letten nu ook wat meer op exterieur, zodat de koe de productie ook vol kan houden. De voornaamste redenen van afvoer zijn nu exterieurgerelateerde problemen, bijvoorbeeld met klauwen of benen. Daar wil ik aan werken.’

Spanning door onduidelijkheid

‘Het is verder erg lastig om nu met ideeën voor de toekomst te komen. We hebben geen grote uitbreidingsplannen, maar met de huidige onduidelijkheid over wet- en regelgeving
wordt het ook al spannend of we met de honderd koeien die we nu hebben, door kunnen. Ik ben ervan overtuigd dat we ons goed kunnen aanpassen als dat nodig is, maar dat moet
niet keer op keer het geval zijn en er zou wel een beloning tegenover mogen staan. Er wordt veel naar ons toegeslingerd: de stikstofproblemen, maar ook onduidelijkheid over
derogatie. Ik zou liegen als ik zeg dat ik er het volste vertrouwen in heb dat alles goed komt, maar de hoop en de passie voor het bedrijf is en blijft er. Dat houdt mij – en ik denk dat
dat voor velen geldt – nog wel overeind.’