Nieuwsbericht fokwaardeschatting april 2022
Met de fokwaardepublicatie van april 2022 zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd.
NVI
Op basis van de vijfjaarlijkse fokdoeldiscussie heeft stamboek CRV op basis van input vanuit haar leden, de NVI voor melkdoel en dubbeldoel aangepast. De nieuwe NVI heeft meer aandacht voor gezondheid en minder voor productie.
Voor NVI melkdoel geldt dat er meer gewicht wordt gelegd op uiergezondheid, vruchtbaarheid en klauwgezondheid. Tegelijkertijd is de weging voor de productieindex Inet verlaagd en is er meer aandacht voor efficiëntie door besparing voerkosten voor onderhoud (BVK) meer gewicht te geven. Van de exterieurkenmerken in de NVI heeft beenwerk minder aandacht, maar uier iets meer aandacht.
Voor dubbeldoel NVI geldt ook dat er meer aandacht is voor gezondheid en minder voor productie. Ook heeft uier iets meer gewicht gekregen in de index en beenwerk minder.
Daarnaast is kalvervitaliteit toegevoegd aan de geboorte-index en wordt daarmee indirect meegenomen in de NVI.
De berekeningen voor NVI gelden nu als volgt:
NVI melkdoel
NVImd = 0,37 x Inet + 0,37 x BVK + 0,07 x levensduur + 5,5 x (uiergezondheid-100) +
6,5 x (vruchtbaarheid-100) + 3,0 x (klauwgezondheid-100) + 2,0 x (geboorteindex-100) +
2,0 x (uier-100) + 2,5 x (beenwerk-100)
NVI dubbeldoel
NVIdd = 0,33 x Inet + 5,0 x (vleesindex-100) + 0,09 x levensduur + 5,7 x (uiergezondheid-100)
+ 5,5 x (vruchtbaarheid-100) + 2,0 x (geboorteindex-100) + 5,5 x (uier-100) +
5,5 x (beenwerk-100)
Hierbij is ook de formule voor de geboorte-index aangepast.
Geboorte-index = 0,08 x (geboortegemak-100) + 0,07 (afkalfgemak-100) +
0,50 x (levensvatbaarheid geboorte-100) + 0,75 x (levensvatbaarheid afkalven-100) +
0,14 x (kalvervitaliteit-100) + 100
Meer informatie is te vinden in de blog: ‘NVI 2022: update van het fokdoel’.
Exterieur bovenbalk
Met de aanpassingen in de NVI worden ook de berekeningen van de bovenbalkfokwaarden voor exterieur herzien. Deze bovenbalkfokwaarden worden berekend uit de onderbalkfokwaarden en representeren het fokdoel. In het huidige fokdoel bestaat de wens om de trend van koeien die steeds groter te worden te doorbreken en koeien te fokken die meer in verhouding zijn qua lichaamsmaten en die een licht hellend kruis hebben. Met deze redenen is de berekening van de fokwaarde frame aangepast en is hoogtemaat aan de berekening van dit bovenbalkkenmerk toegevoegd.
De berekening van uier is iets aangepast vanwege de wens dat uiers niet te ondiep mogen worden, zodat ze geschikt blijven voor de melkrobot. Daarnaast moet het uier voldoende capaciteit hebben om het melkvolume te kunnen herbergen.
Frame: –0,02917 x (FWHTa – 100)2 + 0,26 x (FWVHb – 100) + 0,44 x (FWIHb – 100) – 0,02917
x (FWKLa – 104)2 + 0,35 x (FWKBb – 100) + verhouding(HT-VH-IH)c + 101
Uier: 0,46 x (FWVA – 100) + 0,09 x (FWVP – 100) – 0,0075 x (FWSLa – 100)2 +
0,18 x (FWUDb – 100) + 0,46 x (FWAH – 100) + 0,28 x (FWOB – 100) – 0,28 x (FWAPf– 100) + 100
Waarbij
a fokwaarden als optimum inwegen met kwadratische functie, optimum voor HT, VH, IH, SL is 100, voor BZ is 102, en voor KL is 104, waarbij fokwaarden die meer dan 12 punten van het optimum afwijken ook op 12 punten afwijking worden gezet.
b fokwaarden aftoppen boven 104 voor VH, IH en KB, en aftoppen boven 108 voor UD
c verhoudingsgetal voor HT, VH en IH wordt berekend als: 1) bereken gemiddelde van HT, VH en IH, 2) sommeer absolute verschil van HT, VH en IH met gemiddelde, 3) bereken verhouding als 4 – som(absolute verschil) x 0,50, 4) verhouding lager dan -4 wordt op -4 gezet. Dieren met fokwaarden voor HT, VH en IH die weinig verschillen krijgen een beloning voor frame, en naarmate fokwaarden meer verschillen is er een aftrek van maximaal 4 punten fokwaarde.
d afdempen bij 92 en lager
De composites type en beenwerk en composites voor dubbeldoel zijn niet aangepast.
Meer informatie is te vinden in de blog: ‘Exterieur: update van het fokdoel voor frame en uier’.
AMS-index
De AMS-index (melkrobot index) maakt het eenvoudig om te fokken op een robotgeschikte koe door vooruitgang te boeken in de AMS-kenmerken, zonder dat dit ten koste gaat van uiergezondheid en productie. Met deze reden zijn AMS-efficiëntie inet, melkinterval, gewenning van vaarzen en de uiergezondheidsindex meegenomen in de berekening van de AMS-index:
AMS-index = 0,94 x (FW AMS-efficiëntie inet– 100 )
+ 0,57 x (FW melkinterval – 100 )
+ 0,75 x (FW gewenning van vaarzen – 100 )
+ 0,28 x (uiergezondheidsindex – 100 )
+ 100
De fokwaarde AMS-efficiëntie inet is een aangepaste versie van de AMS-efficiëntie, waarbij rekening wordt gehouden met de gehalten in de melk. Dieren met hogere gehalte voor vet en eiwit komen daardoor hoger uit.
Meer informatie is te vinden in de blog: ‘Introductie: AMS-index’.
Klauwgezondheid
Voor klauwgezondheid is het fokwaardeschattingsmodel uitgebreid van twee naar drie lactaties. Bij de fokwaarde voor lactatie 3 worden ook de hogere lactaties meegenomen als herhaalde waarneming. Daarnaast wordt data geanalyseerd binnen een bedrijf-periode effect en niet meer binnen een bedrijf-behandel(dag) effect. Hierdoor kan ook de data van koeien die tussendoor bekapt worden, omdat ze een probleem hebben, meegenomen worden. Ook wordt per aandoening gekeken of deze voorkomt binnen een bedrijf-periode. Zo niet, dan worden voor die aandoening alle observaties op missend gezet in de fokwaardeschatting.
Wandzweer is een regelmatig voorkomend probleem dat veel met wittelijn defect te maken heeft. Daarom worden observaties van wandzweer toegevoegd aan de observaties voor wittelijn defect.
Tot slot zijn de genetische parameters geüpdatete, wordt er rekening gehouden met inteelt en zijn de wegingen van de onderliggende kenmerken in de klauwgezondheidsindex aangepast:
FWkgh = 100
+ 0,296 x (FWzoolbloeding – 100)
+ 0,603 x (FWmortellaro – 100)
+ 0,243 x (FWstinkpoot – 100)
+ 0,154 x (FWzoolzweer – 100)
+ 0,124 x (FWtyloom – 100)
+ 0,276 x (FWwittelijn defect – 100)
Levensvatbaarheid
Vanaf de fokwaardepublicatie van april 2022 wordt Vlaamse data meegenomen in de fokwaardeschatting voor levensvatbaarheid. Dit betreft data sinds 1 januari 2008. Tevens is ervoor gezorgd dat de gegevens over de jaren en over de regios Nederland en Vlaanderen meer vergelijkbaar zijn door de spreiding van de data te standaardiseren.
BWB-index
Naast de aanpassingen in de NVI, is ook de Belgisch Witblauwe index aangepast naar de wensen binnen het fokdoel. Tabel 1 laat zien welke fokwaarden er in de BWB-index zijn opgenomen, welke bron deze fokwaarden hebben en wat de oude en nieuwe belangen zijn. Met de aanpassing van april 2022, heeft Sterfte bij geboorte een groter belang gekregen, dit gaat ten koste van de belang van Eindbeoordeling.
Tabel 1. Nieuwe en oude belangen binnen BWB-index.
Kenmerk | Bron | Belang (%) nieuw | Belang (%) oud |
Leeftijd eerste inseminatie | CRV | 20 | 20 |
Karkasgewicht koe | CRV | 30 | 30 |
Beenwerk | Elevéo | 10 | 10 |
Sterfte bij geboorte | Elevéo | -10 | -5 |
Sterfte op 14 maanden | Elevéo | -5 | -5 |
Bespiering | Elevéo | 10 | 10 |
Eindbeoordeling | Elevéo | 15 | 20 |
De perslijsten op basis van de BWB-index kunnen gevonden worden bij de perspublicaties onder ‘Toplijsten Vleesindexen’.
Meer informatie is te vinden in de blog: ‘De BWB-index’.
Perspublicaties hoornloze stieren
Met de publicatie van april 2022 zullen ook aparte perspublicaties voor hoornloze stieren op de website gepubliceerd worden. Deze lijsten zullen samengesteld worden op basis van de nationale, Interbull en genomische lijsten en zullen per ras gepresenteerd worden. Lijsten zullen alleen beschikbaar zijn indien er ook werkelijk hoornloze stieren voor dat ras beschikbaar zijn. De lijsten kunnen gevonden worden op de gebruikelijke webpagina voor perspublicaties onder ‘Toplijsten per rasgroep’ onder de kolom ‘Hoornloos’.
Leave a Reply